Vrijdag 22 juli 2011
Een puh-nìs in Sokuthai en een portie krekels
Vandaag 22 juli gaan we fietsend door het Historical Park van Sokuthai en daarna op weg naar Chiang Mai. Onderweg doen we nog een lokale bergmarkt aan waar allerlei exotische etenswaren worden verkocht.
We ontbijten om 7.00 uur, checken om 08.00 uur uit en gaan op weg naar het Historical Park in Sukothai waar Aew fietsen voor ons huurt. Deze keer geen geavanceerde mountainbikes, maar gewoon wat oude brikken. Al fietsend gaan we door het prachtig aangelegde park. Inmiddels weten we al diverse termen zoals chedi, pagode, prang en Buddha imesh. Wanneer ik aan Aew vraag - om later geen fouten te maken in het verslag - hoe je imesh spelt, kijkt ze me vragend aan en hoor ik van Sytse en Erik dat ze niet "imesh" maar "image" zegt, maar dan op haar eigen wijze. Het kwartje valt en er is grote hilariteit bij iedereen om mijn stommiteit. Ik kan er gelukkig zelf ook om lachen.
Maar ik ben gelukkig niet de enige die Aew niet altijd begrijpt. Als we bij een klein beeldje staan en Aew aan Erik het een en ander uitlegt, valt de term puh-nìs. Erik kijkt haar niet begrijpend aan en ook als ze het herhaalt weet hij niet waar ze het over heeft. Als we uiteindelijk ontdekken dat het om een vruchtbaarheids-symbool gaat dan is de puzzel opgelost. Wij zouden het als pié-nus uitgesproken hebben. Wederom hebben de lachers de overhand. We laten daarna het eerste complex achter ons en maken nog een overzichtsfoto.
We rijden wat rond en zien het monument voor koning Ramkhamhaeng de Grote (1239-1317), waarvan gezegd wordt dat hij een bijdrage heeft geleverd om het Thaise schrift vanuit het sanskriet te ontwikkelen. Een replica van een ooit gevonden steen met het eerste schrift erop staat naast het monument. De klok er tegenover kan geluid worden om geluk af te roepen over de luider van de klok.
De voorlaatste tempel die we bezoeken is de Wat Si Sawai, die in Hindoestijl is gebouwd. Een stijl die we ook zagen bij de Prambanantempels op Java. We raken langzamerhand tempelmoe, maar nog niet zo erg als een ander Nederlands gezin. Vrouw en kinderen blijven in de auto, terwijl pa uit beleefdheid met de gids een kort rondje om de tempel loopt. Wij maken de excursie in (schijnbare) interesse keurig af en fietsen naar de uitgang van het park.
We gaan op weg naar Lampang waar we de lunch gaan gebruiken. Onderweg stopt Han nog even langs de weg voor een fotoshoot van de rijstvelden. Erg interessant is de plek niet, maar ik ga gehoorzaam wat foto 's maken. Karbouwen of waterbuffels worden allang op het vlakke land niet meer gebruikt, elke Thaise boer heeft hier een ijzeren ros.
Aew vraagt of we nog paard willen rijden in Lampang. Ik blijk de enige geïnteresseerde te zijn. Aangekomen in Lampang blijkt het echter te gaan over het rijden in een wagen met een paard ervoor. Dan haak ik ook af en gaan we eten in een groot, nogal zakelijk ingericht restaurant. Er is een buffet, waarvan ik de lokale soep een echte aanrader vindt. Wel wat pittig, maar de kokosmelk die door de soep gaat, geeft het geheel een aparte smaak. Onder het eten is er een pianist die een aantal oude Engelse hits speelt en de teksten vanaf een computerscherm meezingt. Allemaal erg apart, maar echt sfeer is er niet in het hoofdzakelijk door Chinezen bezochte restaurant.
Na een uurtje gaan we weer naar buiten en stappen bij Han in het busje van Rowaco met het logo van de Jong Intra, dat ons tot nu toe veilig over de Thaise wegen heeft vervoerd, ondanks het feit dat eerder deze week door een inhaalmanoeuvre een Thaise auto plotseling op onze weghelft vlak voor ons opdook. Dankzij een snelle reactie van Han liep dat goed af. We vervolgen onze reis richting Chiang Mai in het noorden van Thailand, onze laatste verblijfplaats van de rondreis.
Onderweg stoppen we nog bij een bergmarkt, waar de lokale bevolking op een pleintje naast de weg van alles te koop aanbiedt. Er zijn veel soorten paddestoelen, maar ook vis, rijst, diverse soorten saté en kruiden. Daarnaast allerhande insecten die al of niet voorgekookt te koop worden aangeboden. De kakkerlakken liggen met opeengebonden pootjes klaar, maar wij passen allemaal!
Met behulp van geïmproviseerde waaiers van plastic zakjes op een stokje houden de verkoopsters de vliegen weg, wat maar gedeeltelijk lukt. Genoeg werk voor Rob Geus zou ik zeggen, maar de Thai vinden het allemaal heel gewoon.
Daphne had zichzelf beloofd toch wat exotisch te proberen, dus voor 10 baht kopen we een handvol van wat op gekookte krekels lijkt. Daphne zet haar tanden erin en vertelt dat het best meevalt. De rest volgt. Het smaakt eigenlijk nergens naar, maar na afloop heb ik een muffe nasmaak in mijn mond en lijken er overal tussen mijn tanden nog wat tentakels te zitten. Aew vertelt dat zij alles lust wat er hier verkocht wordt, maar ze slaat het zakje krekels dat overblijft beleefd af en ook Han lijkt niet erg enthousiast. Hoe zou dat nou komen?
We arriveren achter in de middag in het aan een uitvalsweg gelegen Grandview Hotel in Chiang Mai. We nemen afscheid van Aew. Jammer dat ze ons gaat verlaten, maar ze gaat met een nieuwe groep dezelfde reis begeleiden, dus ze gaat terug naar Bangkok. Als we haar bedanken krijgen we allemaal drie zoenen van haar, toch wel speciaal voor een Thaise. We geven haar een welverdiende tip, die ze dubbel-en-dwars waard is.
We betrekken daarna drie kamers op de 7e verdieping, die er prima uitzien en uitzicht geven over de stad en de bergen met daarop de Doi Sutheptempel, waar we morgen heen gaan. We gaan nog even zwemmen bij het zwembadje van het hotel en na afloop eten we in het restaurant. De fillet mignon is lekker, maar later in de week zullen we die elders beter eten.