Dinsdag juli 2011
Een brutale slang in Damnoen Saduak
Vandaag is het dinsdag 19 juli en we gaan Bangkok verlaten. Bestemming voor vandaag is de drijvende markt van Damnoen Saduak en de Phra Pathom Chedi in Nakhon Pathom. We overnachten in Kanchanaburi, dicht bij de rivier Kwai.
Na een goed ontbijt checken we uit bij het Narai Hotel, een prima hotel als uitvalsbasis voor Bangkok. We nemen de weg naar het zuidwesten en stoppen onderweg om bij een zoutwinningsgebied te kijken. Ze laten hier zout water uit de zee in en laten het daarna op de ondiepe velden opdrogen om het zout te kunnen winnen. Wegens het regenseizoen ligt het bedrijf nu echter stil. Wel kun je zout in diverse verpakkingen kopen.
De volgende stop is een kokosplantage, waar we een glimp zien van het bedrijfsproces. Het is echter vooral een toeristische trekpleister met een grote giftshop. Het moet gezegd worden dat ze wel leuke dingen verkopen, dus wij gedragen ons als echte toeristen en geven een aantal baht uit aan snuisterijen, waaronder een tweetal kussenovertrekken met olifanten erop voor op de bank.
Na zo 'n anderhalf uur bereiken we de omgeving van Damnoen Saduak. We stappen in een longtailboot en varen in een klein half uur naar de drijvende markt. Het is rustig op de klongs, hoewel van rust met een snerpende buitenboordmotor eigenlijk geen sprake is. We varen door een groen gebied met veel boomgaarden. De bewoners hechten hier blijkbaar ook aan bloemen gezien de vele potten met planten.
Het tankstation waar we aanleggen heeft gewoon vaten met benzine staan, waar met een kan de benzine uitgeschept mag worden. Midden in het groene gebied doemt opeens een Boeddha op. We kijken er al niet meer van op. Af en toe passeren we een verkoper die met zijn boot op weg is naar de markt.
Oo de drijvende markt zijn het vooral vrouwen die hun handelswaar aanbieden. Zoals overal in Thailand liggen de etenswaren meestal ongekoeld en aan de lucht blootgesteld ten toon gespreid. Om de klanten gemakkelijk te kunnen bedienen gebruiken ze een mandje aan een stok. Er worden wat "poffertjes" gekocht, die prima smaken. Een verkoopster van maskers heeft niet veel klandizie. Ze moet er zelfs van geeuwen.
Het is leuk op de drukke, kleurrijke markt. Een gekochte kokosnoot wordt door Gina en Caroline snel leeggedronken. Het eetbare en lekker frisse vruchtvlees schrapt de handelaar voor ons eruit, zodat niet veel verloren gaat.
Als we naar de andere zijde van de markt lopen staat er een man met een python. Tegen betaling van 100 baht mag die - de slang bedoel ik - om je nek voor een foto. Bij Daphne wil de slang er met de staart tussen de benen vandoor, Dahnes benen dus. Dat levert een hilarisch ogenblik op.
We kijken nog wat rond en gaan dan weer in het busje van Han op weg naar het volgende programmaonderdeel.
We rijden naar Nakohn Pathom voor de Phra Pathom Chedi. De hoogste Chedi in Thailand. Helaas regent het behoorlijk, maar we krijgen paraplu 's aangereikt. Goede service van Rowaco dus. We kunnen met moeite enkele fatsoenlijke foto 's maken. De chedi of stoepa is de grootste ter wereld. Eerst had hij een prang in khmerstijl, maar later is deze vorm er omheen gebouwd. Volgens opgravingen dateren de eerste bouwwerken van de 4e eeuw.
Sytses mond valt open van verbazing, maar of dit vanwege de regen of vanwege de tempel is dat weet ik niet. Ik weet wel dat Erik of Daphne nog een leuke foto maakte van een rij kleine beeldjes, die dankzij de regen mooi weerspiegelden op het marmer. Creatief resultaat!
We rijden door naar Kanchanaburi naar het Puun Waan Yai Resort. Daar komen we om 16.15 uur aan. Het is erg stil op het resort dat prachtig langs de rivier Kwai ligt. De tuin zit vol vogels en ik zie bij binnenkomst al twee hoppen en enkele bijeneters vliegen. Het resort lijkt wat last van achterstallig onderhoud te hebben, wat je pas van dichtbij ziet en tot overmaat van ramp vindt Daphne een kakkerlak in de badkamer. Weliswaar een dode, maar fris is het niet. Gelukkig blijft het daarbij. Voor de rest zal het wel het meest groene verblijf van de rondreis blijken te zijn.
Het zwembad is groot en Daphne verdwijnt helemaal in het niets als ze aanvankelijk als enige te water gaat. Erik en Sytse gaan wawoba-ballen en ondanks het grote bad zien ze toch nog kans de bal in de rivier te krijgen. Gelukkig kan deze er weer uitgevist worden. Ik vermaak me prima met rondkijken naar vogels. Helaas is het erg bewolkt en zie ik vooral silhouetten. Er is nog wel licht genoeg om een leuke foto van Caroline en Sytse te maken.
We eten in het resort, waar bouwvakkers tot vlak voor het eten nog bezig zijn. Sytse en ik hebben vandaag pech, want de curry van Sytse bevat drapperige noodles en mijn chicken sweet en sauer is ook niet om te pruimen. De hamburgers smaken echter prima volgens Erik, dus een typisch geval van jammer voor Sytse en mij. Na afloop nog even gekaard op de kamer van Sytse en Caroline.