Lesbos
Maandag 4 mei 2009
Dit was de laatste volledige dag op Lesbos. We hadden geen duidelijk plan meer. Niet iedereen had zin om nog veel te rijden, dus besloten we naar de Potamiavallei te gaan om te kijken of we de withalsvliegenvanger in beeld konden krijgen. Het was redelijk weer, wel een flinke bries. Een territoriale slechtvalk was aan het jagen langs de bergkam, terwijl een tweetal arendbuizerds hetzelfde deden bovenop de bergrug. We parkeerden de auto 's en gingen lopend de vallei in. Het was behoorlijk stil met vogels en door de wind en de bedekte lucht vlogen er ook weinig vlinders en libellen. |
André vond een bloemkoolsprinkhaan. Een behoorlijk groot beest, die wel even wilde poseren. De mooi bloeiende lupines deden me denken aan de leuke vakanties die ik in de Oostenrijkse bergen met mijn gezin heb doorgebracht. Een dovenetel kan dan misschien vervelend zijn, mooi zijn ze wel. |
We stopten bij een klein stuwmeertje. Ook hier was het heel rustig. Wel wat kikkers, een wormslang en grauwe vliegenvangers. Verder leverde het speurwerk niet veel op. Op de terugweg vloog er nog een tweekleurige parelmoervlinder rond en een niet nader op naam gebrachte libelle. |
Terug naar de auto's. Bij de brug kwam een paartje rotszwaluwen steeds even bij een plasje zitten. Net voldoende om dit plaatje te maken en de eerste vogelsoort van de dag te fotograferen. |
Onderweg naar Anemotia nog even op de bergweg uit de auto. Eerst koffie en dan wat rondstruinen. Het was behoorlijk warm. Een broedende orpheusgrasmus vertikte het om zich te vertonen en dichtbij wilde we niet komen, dus dat tafereel lieten we voor wat het was. Wel weer een wormslang, arendbuizerd, slangenarend en twee rouwmezen. |
Via Filia reden we weer naar Kalloni. Op zoek naar het roofvogeluitzichtpunt sloegen we een bergweggetje in. Ondanks dat we de tweede auto waarschuwden, werd dit door de steile oprit en de bumperklevende Griekse truck een bloedstollende manoeuvre voor hen. Bas loste het echter goed op en het liep goed af. Dat ze waren geschrokken merkten we aan de opmerkingen die we te horen kregen, maar daar maakten we verder geen punt van. Enkele arendbuizerds en gewone buizerds vlogen rond, vergezeld door zwarte ooievaars die de thermiek leken te testen. Zoals altijd waren André en Sander alert, de rest geloofde het wel eventjes, inclusief mijzelf. |
Op de weg terug naar de auto 's kon ik deze oostelijke blonde tapuit nog goed benaderen. Het werd het beste plaatje van deze soort gedurende de hele week. Ook een paartje broedende bruinkeelortolanen waren redelijk benaderbaar, alleen de asfaltweg als achtergrond zat behoorlijk in de weg. Het mannetje was het meest bereidwillig om zich te laten platen. |
|
|
Het was inmiddels half vier in de middag geworden. Op naar de zoutpannen voor de laatste keer. Gerrit had intussen behoorlijk last van hooikoorts gekregen en gaf er de voorkeur aan naar het hotel te gaan. Bas, Dave en ikzelf hielden hem gezelschap. Wij hielden het voor gezien en vermaakten ons een poosje aan het zwembad. De anderen struinden de zoutpannen af en hadden nog een mooie waarneming. Een steppekiekendief hield zich een poosje op bij de zoutpannen en liet zich goed bekijken en determineren. Die soort hadden we natuurlijk graag nog even gezien, hoewel die niet nieuw was voor de meesten. Maar ja, het leven bestaat uit keuzes maken en gedane zaken nemen geen keer. Nadat het te fris was geworden aan het zwembad maakten we nog een rondje in de omgeving van Skala Kalloni. |
De laatste avond was ons iets speciaals beloofd door de ober van Dyonisos. Hij hield woord. Voor 100 euro kregen we een Grieks buffet met voor elk wat wils en genoeg te eten. We aten in de tent tegenover het restaurant aan het water. Het was gezellig, maar we beseften allemaal dat het onze laatste maaltijd was op Lesbos.
De dagteller stopte bij 85 soorten en de totaalscore was dankzij de steppekiekendief gestegen naar 157. |
|
|