Lesbos
Woensdag 29 april 2009
Woensdag 29 april stonden we vroeg op en gingen alvorens de bakker met een bezoek te vereren even langs de Kalloni-poel en het strand. In de poel zaten een ralreiger en een steltkluut. De poel raakt steeds meer begroeid wat de zichtbaarheid van de vogels niet ten goede komt (maar gaat het daar, voor wat het de vogels betreft, wel over?). |
We liepen langs het strand en keken uit over de baai. Een enkele geelpootmeeuw waagde zich in het luchtruim en een klein groepje ralreigers struinden de oevers af. Een groenling en een Cetti 's zanger lieten zich even zien, net genoeg om er een plaatje van te maken. We scoorden hier nog ook nog huiszwaluwen die regelmatig op het zand neerstreken. Een meeuw in het rustige kleine haventje van Skala Kalloni, die eerst als Audouins door het leven moest, werd later - na de nodige discussies en het raadplegen van de literatuur - definitief als zwartkopmeeuw gedetermineerd. |
 |
 |
Daarna gingen we naar de bakker. Voor enkele euro's haalden we hier verse croissants en allerlei andere broodjes. Verser kon het niet, want we mochten ze zelf vanaf de nog warme bakplaten rapen. Na een snelle hap reden we naar de West River. Hier scoorden we mooie soorten als griel, zwarte ooievaar en roodkeelpieper. Een paartje boerenzwaluwen rustte net lang genoeg op het prikkeldraad om te worden vereeuwigd. De kudde schapen in de vallei verderop waren gemakkelijker vast te leggen. |
Vanaf de West River reden we langs diverse veldjes richting Inland of Metochi Lake. Onderweg een aantal roodstuitzwaluwen, een grauwe klauwier en van de zelfde familie een roodkopexemplaar. De roodstuitzwaluw zit hier gemoedelijk op een electriciteitsdraad. De dikke draad maakte het moeilijk een goed shot van de vogel te krijgen. Schildpadden zijn ook algemeen op Lesbos, zoals op de foto te zien is. Hoewel een foto maken toch niet altijd gemakkelijk is, nietwaar Gerrit? Bij Metochi Lake hield een ralreiger het voor gezien toen we aankwamen, we zagen hem of haar alleen wegvliegen. Na lang speuren vond Sander een klein waterhoen, die op het matige plaatje nog net afsteekt tegen een plastic fles. Helaas nemen de Grieken het niet zo nauw met wegwerpen van afval, want overal langs de wegen en velden vind je wel afgedankte rommel. Jammer, want het doet afbreuk aan het mooie landschap. Het Inland Lake herbergde ook nog een aantal woudaapjes en een paartje dodaars.
En toen was er koffie, tenminste..., twee leden hadden voor thermoskannen gezorgd, de rest was dit vergeten. Maar omdat het "beter is te geven dan te nemen" werd de koffie de rest van de week gebroederlijk verdeeld. Het werden daarmee wel Haagse bakjes, maar smaakten daarom niet minder!
|
We reden daarna in de regen, die tijdelijk op ons neerdaalde, in noordelijke richting en sloegen bij de splitsing af naar het westen. We passeerden een rotswand waar we al snel het door Gerrit voorspelde nest van een rotsklever vonden. Van de rotsklever zelf ontbrak enig spoor. Nadat we doorgereden waren, kregen we een berichtje van de tweede auto dat ze toch iets gevonden hadden. Toen het eenmaal ophield met regenen konden we rotsklever, maskerklauwier, blauwe rotslijster, oostelijke blonde tapuit, eekhoorn en zowaar een vos bijschrijven in onze notitieboekjes en dat allemaal op een rotswandje van een paar honderd meter lang en misschien honderd meter hoog.
We reden daarna naar het noordwesten de Christouvallei in, waar we aan het eind van het dal een poosje uit de auto 's gingen. Met vogels was het op dat moment iets minder maar we kregen diverse soorten vlinders voor de lens, die werden gedetermineerd als o.a. distelvlinder, kleine vuurvlinder en bruin blauwtje.
De
oostelijke pijpbloemvlinder en de tweekleurige parelmoervlinder vonden we de mooisten.
|
Onderweg naar Sigri aan de westkust stopten we nog een paar maal langs de weg. In een alpienachtig landschap zagen we net boven de bergkam een prachtig exemplaar arendbuizerd met oranjerode staart. Ook waren er hier rotsklevers en scoorden we onze eerste bruinkeelortolaan. Ton was daarmee spekkoper, want hij stond plotseling oog in oog met een exemplaar dat te verbaasd was om weg te vliegen en dus mooi geplaat kon worden. Ikzelf kon een platbuik mooi digitaal vastleggen. Het was een van de weinige libellen die we mooi konden fotograferen, want de gehele week was het aantal libelles gering. Op de op één na onderste foto het landschap waar we de eerste smyrnagors ontdekten. Vlakbij het Petrified Forest kon een kleine klapekster nog vereeuwigd worden. |
We kwamen aan in Sigri op de westpunt van het eiland (zie foto bovenaan). We namen hier de kustweg naar Eressos. Een prachtig ruig gebied met uitzicht over de kustlijn en de zee. Bij het oude sanatorium zaten een roodkopklauwier, paapjes, kuifleeuwerikken en grauwe gorzen. Verderop zagen we een Aziatische steenpatrijs wegvluchten voor de auto en een steenuil rustig op het dak van een schuurtje op de uitkijk zitten.
|
 |
 |
Halverwege gestopt bij de Meladiavallei. Hier scoorden we vier grauwe kiekendieven, een roodpootvalk, onze enige scharrelaar - helaas te ver weg om te fotograferen - en een baardgrasmus. Verder zaten er in de bosjes in de omgeving een gekraagde roodstaart, een spotvogel, een wielewaal, een braamsluiper, een zwartkop, en een mooi poserende zwartkopgors. Hierna vonden we het welletjes. Het was nog een heel eind terug naar Skala Kalloni waar ik behoorlijk misselijk om 21.00 uur aankwam. Moet je ook maar geen sms-je sturen naar het thuisfront vanaf een bochtige bergweg. We aten bij een andere restaurant op het pleintje van het dorp. Nog goedkoper dan de dag ervoor. Om kwart voor elf namen we nog wat te drinken in de lounge van het hotel en vulden weer de lijstjes in. We kwamen deze dag uit op 95 dagsoorten en een totaalstand van 123 vogelsoorten.
|
|
|
