Namibië 2014 - Twijfelfontein


Aabadi Camp Twijfelfontein

Van zondag 3 tot dinsdag 5 augustus verblijven we in het Aabadi Mountain Camp bij Twijfelfontein. Het is een kleinschalig kamp met slechts enkele eenvoudige tenten. Het is even wennen na de luxe van de Erongo Wilderness Lodge, maar het heeft toch wel wat. Het kamp is in elk geval heel mooi gelegen.


Naar het Aabadi Mountain Camp

Op weg naar Twijfelfontein

We moeten vandaag 260 kilometer gravelweg verwerken om in het Aabadi Mountain Camp te komen. We gaan eerst terug richting Omaruru en vandaar uit naar Uis over de C36. Vlak voor Uis zien één van de spaarzame restaurants en hier eten we een hotdog en een hamburger Hawaii met twee drankjes erbij voor omgerekend zes euro. Dan gaat het verder door bij Uis naar het noorden af te buigen naar de C35.

Aabadi Mountain Camp

Dan na zeventig kilometer C35 linksaf de D2612 op; een verlaten weg waar we nog minder tegenkomen dan we al deden. Die weg volgen we nog een drie kwartier en om kwart over vier staan we bij de receptie van het Aabadi Camp.

Tent bij het Aabadi Mountain Camp

We krijgen tent 3 met buitendoucheruimte en toilet, maar zonder stroom, zoals alle tenten hier. We krijgen een doosje met amper lichtgevende lampjes mee en wat lucifers om de olielamp mee aan te steken. Wel even een overgang van heel erg luxe naar vrij primitief. Al snel genieten we in het laatste middaglicht nog even van het zonnetje. Gina wijdt haar nieuwe bikini in. De oranje kleur matchet heel goed met de omgeving ....! Sommige denken zelfs - bij het zien van deze foto - dat het hier een naturistencamping is, maar zoals later blijkt is het verre van dat. Zelfs voor mij is lopen met ontbloot bovenlijf niet toegestaant.

Familiar Chat

Eén van de eerste vogels die ik hier zie is de Familiar Chat ((Cercomela familiaris), een algemeen voorkomende vogel, die ik ook al op de foto zette in Erongo.

Black-chested Prinia (Prinia flavicans

Een juveniele Black-chested Prinia (Prinia flavicans) is erg beweeglijk en laat zich maar even zien.

Dusky Sunbird (Cinnyris fuscus)

Een Honingzuiger, die ik pas na veel zoeken in het boek op naam kan brengen is een juveniel mannetje Dusky Sunbird (Cinnyris fuscus). De vogel scharrelt veelvuldig rond in de struiken naast de tent. Ik hoef dus niet ver te gaan om vogels te kijken.
Het diner bestaat uit pompoenensoep, (nogal koude) rijst met kip en goulash en een vruchtentaartje na. Vooral het voorafje en het dessert zijn lekker. Bij het restaurant is het vrij donker, dus na een uurtje zijn we het ook daar zat. Ergo, we liggen om half tien al op bed en vatten gelijk de slaap.


Organpipes en Burnt Mountain

Tandenpoetsen

We staan om half acht op. Ik neem een koude douche, want het water wordt alleen overdag door de zon verwarmd. Best wel lekker eigenlijk. Pas dagen later hoorde ik dat ik de houtkachel had moeten aansteken. Dat had de nukkige beheerder (hij liet duidelijk merken er geen zin in te hebben) niet verteld, waarschijnlijk geen zin om nieuw hout te hakken. Gina, die net als ikzelf prima heeft geslapen, slaat de douchebeurt over.

Ontbijten bij Aabadi Mountain Camp

We zitten lekker in het zonnetje tijdens het ontbijt, maar het ontbijt is uiterst mager (zie mijn gelaten uitdrukking). Later blijkt dat het eten hier het minst goed is verzorgd van de hele reis en dan zeg ik het nog positief. Zeg maar dat we onze magen ermee kunnen vullen en zelfs dat kost enige moeite, want veel brood is er niet. Jammer, want het kamp zelf is best een leuke plek om te verblijven.

Om negen uur vertrekken we richting Twijfelfontein voor het bezichtigen van de "Burnt Mountain" en de "Organ Pipes"' , door magma gevormde basaltkolommen. Onderweg zien we een groepje van zes Woestijnolifanten langs de weg. Ze zijn nog op een behoorlijke afstand, maar met de telelens krijg ik er één nog redelijk beeldvullend op.

Basaltzuilen

HansMom bij de basaltzuilen van Twijfelfontein

We komen eerst langs de Organ Pipes. Door snelle afkoeling van uitgebroken magma zijn deze zuilen ontstaan. Gelijksoortige rotsformaties vind je bij de Giants Caseway in Ierland.

Burnt Mountain

De Burnt Mountain stelt niet veel voor, maar je moet volgens de aanwijzingen in de boekjes heel vroeg in de ochtend of laat in de middag komen. Dan kleurt de zon de omgeving mooi en komt de berg beter uit. Wij geloven het wel, schieten een bewijsplaatje en gaan verder op pad.


Rotsgravures bij Twijfelfontein

De volgende stop is het bezoekerscentrum van Twijfelfontein. Hier is een bron, die vroeger veel wild aantrok. De San jaagden op dit wild en konden zo in hun levensonderhoud voorzien. Als aanwijzingen voor anderen lieten ze veel rotsgravures achter.

We betalen de entree en krijgen Mona Lisa (de donkere variant) mee als gids. In drie kwartier zien we zeven verschillende plekken waar de nomadische San vroeger rotsgraveringen hebben achter gelaten. Een interessante plek dus en het weer is er ook nog eens heerlijk bij. Bij het verlaten van het terrein zien we nog een kever lopen, een zogenaamde Tok Tokkie, waarvan een paar honderd soorten in de woestijn leven. Ze verzamelen 's ochtends de dauw op hun schild en maken dan een soort handstand en laten het vocht in hun snuit lopen. We nemen na afloop nog iets te drinken en gaan om twaalf uur op weg naar het Petrified Forest langs de C39.


Een "Petrified Forest"

Petrified forestsite

Eerder dan verwacht zien we de ingang aan de rechterkant van de weg. We gaan een smal weggetje af en ik uit mijn vermoedens aan Gina. Ik denk namelijk dat dit niet de officiële site is. De parkeerplaats is leeg en er komt een jongen aangerend die ons voor 100 dollar (Namibische gelukkig) entree geeft. We slaan het aanbod van een gids af en ook de souvenirs die hij probeert te verkopen laten we links liggen.

Welwitschia Mirabilis

Petrified tree

De houtringen zijn nog goed te zien

Petrified tree

We lopen het pad af en zien meerdere versteende bomen en een aantal Welwitschia 's. Een Welwitschia is een aparte plantensoort, waar geen gerelateerde soorten van zijn. Ze komen alleen in Namibië en delen van Angola voor. Weer op de C39 komen we vijftien kilometer verderop de echte site voor de versteende bomen tegen. Mijn vermoeden klopte dus. We laten de officiële Petrified Forestsite letterlijk links liggen en rijden door naar Khorixas.


Khorixas - iGhowati Lodge

Ighowati Country Hotel

Lunch bij het iGhowati Country Hotel in Khorixas

In Khorixas willen we wat eten, tanken en geld pinnen. We hebben het tankstation snel gevonden en laten de tank bijvullen. Intussen proberen twee mannen ons een souvenir aan te smeren na eerst handig ons onze namen te ontfutselen. Ik wimpel ze echter af en geef ze nog wel een fooitje voor een drankje. Voor het eten kiezen we een " veilige" optie door bij het omheinde iGhowati Country Hotel binnen te gaan. Daar genieten we in het heerlijk warme zonnetje van onze biefburgers. Daarna pinnen we nog wat geld bij de plaatselijke bank en rijden om tien over drie weer richting kamp.


Aabadi Mountain Camp

Roofvogels over het Aabadi Camp

Onderweg maken we nog bijna een schuiver, doordat de auto plots sterk naar rechts trekt in het rulle gravel. Gelukkig loopt het goed af en na anderhalf uur komen we bij het kamp aan. We hebben net buiten Khorixas twee auto 's gezien en daarna niet één meer. Waar kom je dat nog tegen, een uur rijden en werkelijk niets of niemand zien? Boven het kamp zie ik twee roofvogels die ik nog op naam moet brengen.

Insect

We relaxen nog even voor de tent als er een reuzeninsect neerstrijkt op het terras. Inmiddels weet ik de naam, Armoured Corn Cricket (Acantthoplus longipes). Het is een waar monster, dat rond blijft scharrelen bij de tent.

Female Mountain Wheatear

Ik maak de cijfertjes in orde, typ het verslag en geniet van enkele Mountain Wheatears, zowel van meerdere mannetjes als van het hier afgebeelde vrouwtje. Een nog mooiere Crimson Breasted Shrike zie ik alleen door de kijker. Deze klauwier is het nationale symbool van Namibia.

We eten Boboti met rijst en tomatensoep vooraf. De soep is goed, daarna vind ik het minder dan gisteren, Gina vindt het juist beter. Het taartje als dessert is wel weer prima. Omdat het ook bij het restaurant te donker is om te lezen gaan we om negen uur naar de tent, na nog wat gekeuveld te hebben met de andere Nederlanders. Laat wordt het niet in de tent, half tien lig ik al op één oor.


Vertrek uit Aabadi Mountain Camp

Dinsdag 5 augustus - Na een nachtrust van negenenhalf uur (dat haal ik thuis nooit) is het nog maar zeven uur in de ochtend, maar ik sta op en scheer me met koud water (niet lekker) en daarna neem ik een koude douche (wel lekker) en pak mijn koffer opnieuw in. Gina staat iets later op, maar ook vroeger dan normaal op een vrije dag. Het ontbijt stelt weer niet veel voor, maar ik krijg nu wel een eitje. We checken alvast uit, maar besluiten nog wat te zonnen op het terras. Gina leest, ik kijk ondertussen vogels met alleen mijn korte broek nog aan.


Er is genoeg te zien, zoals een paartje Mountain Wheatear, een Dusky Sunbird en een paartje Bokmakierie (Telephorus zeylonus). Prachtige vogels die echter niet erg meewerken. Ze blijven verscholen tussen de takken en zijn al weer snel verdwenen.

Een Southern Grey-Headed Sparrow (Passer diffusus) zit op zijn gemak tussen de stekelige takken.

Een andere vogel die ik veel zal gaan zien, is de Fork-Tailed Drongo (Dicrurus adsimilis). Meestal hoog in een struik zittend, maar hier op een paaltje van de waslijnen achter de lodge.

Waarschijnlijk was de jonge, ietwat chagrijnige beheerder, die het kamp alleen leek te runnen omdat hij dat aan de zieke eigenaar had beloofd, jaloers op mijn machtige torso, want ik moest mijn shirt aan doen omdat het openbare ruimte was. In geen velden of wegen was er iemand te bekennen, maar ja, toch mijn shirt maar aan gedaan. Na een cola en een sprite hadden we het wel gehad met deze accommodatie, die overigens prachtig is gelegen en het zonnetje was ook niet verkeerd. Met een laatste blik op onze tent stappen we in de auto en gaan op weg naar Palmwag.




Naar Palmwag en Grootberg Lodge

Naar Palmwag en Grootberg

Op dinsdag 5 augustus rijden we naar Palmwag waar we twee nachten verblijven in de Palmwag Lodge en een neushoornsafari doen vanauit de Grootberg Lodge. Dat we uiteindelijk ook op 7 augustus in de Grootberg Lodge overnachten is niet gepland.