Ons eerste doel is het Fochteloërveen, waar we een vorige maal nog Roodpootvalken zagen. We komen er kwart over negen aan en op de parkeerplaats zien we gelijk al heel veel libellen. De slootkant, waar we ringslangen hopen te vinden, staat er echter totaal uitgedroogd bij en slangen zien we dan ook niet.

Mannetje Noordse Witsnuitlibel (boven) en Vrouwtje Noordse Witsnuitlibel (onder) vliegen met enkele tientallen in het rond. Ze gaan zelfs op je kleren zitten.

Er vliegen ook Smaragdlibellen en op de heide zitten meerdere Viervlekken, een soort die we best wel veel gezien hebben.

De heide is gortdroog, niet gek dus dat er vorige week zomaar een groot deel van is afgebrand. Er zitten meerdere Groentjes op de heidestruikjes en ze laten zich mooi op de foto zetten.

Er staan mooie pollen Veenpluis in de weinige poeltjes, die nog vol met water staan. Het is rustig met roofvogels, maar we scoren nog wel een Boomvalk in de verte. Enkele Rietgorzen vliegen rond met voer en ook zien we nog een aantal Paapjes. We maken een rondje van ongeveer een uur en gaan verder zuidwaarts. Eerst willen we nog naar Speelstad Oranje voor de Roodhalsfuten, maar als we zien hoe ver we moeten lopen door het opwaaiende stof wegens werkzaamheden, laten we dat aan ons voorbij gaan.

We rijden naar de laatste plek die we willen bezoeken voordat we huiswaarts gaan: het Bargerveen, net onder Emmen. Het blijkt toch nog een behoorlijk stukje rijden te zijn en bij Emmen is het flink druk, maar we komen er uiteindelijk wel natuurlijk. Als eerste zien we een Citroenvlinder.

Ondanks de waarschuwing dat we bijna over de adders zullen vallen, zien we er niet één, maar wel zien we Bruine Vuurvlinders, een mannetje en een vrouwtje, maar we zijn gekomen voor de Aardbeivlinder. Een behoorlijk klein vlindertje, dat tevens niet zo erg opvalt.

We horen een Gekraagde Roodstaart hoog in de bomen zingen en dat betekent weer een soort erbij. Op de grond ontdekt Dave dan toch de aardbeivlinder. Een onooglijk klein vlindertje maar met een wonderlijke schoonheid.

Ik spot op de grond een Zandloopkever. Op onze vorige trip in 2008 was het de bruine, nu de groene variant. Er zijn nog meer insecten te zien. Welke naam de bruin-wit gestreepte mot heeft weet ik echter niet.

We zijn ook nog op zoek naar de Maanwaterjuffer, die we uiteindelijk ook vinden, maar gek genoeg maak ik er niet één foto van. Watersnuffels zijn er ook en die leg ik wel vast.

We vinden op onze oude stekje van enkele jaren terug weer een handvol Aardbeivlinders. Zelfs een tweetal op een bloem.

Het lukt me nog een Viervlek vast te leggen. Deze was zo vriendelijk steeds op dezelfde tak terug te komen en volkomen vrij te poseren.

Mijn tweede Landkaartje van deze vakantie is tevens de laatste foto die ik neem. We besluiten er een punt achter te zetten. De score van de vogelsoorten blijft op 133 steken, 18 minder dan de vorige keer. Verklaarbaar, want we hebben nu veel meer aandacht aan het fotograferen geschonken. Met 13 libellensoorten en 15 dagvlindersoorten erbij is de oogst wat mij betreft prima. We kunnen terugkijken op een leuk en gezellig uitje met mooi weer en veel fotomomenten. Voor herhaling vatbaar, maar er lonken ook nog andere gebieden ....!