Spaanse Pyreneeën

30 april - 7 mei 2004

Voederplaats voor gieren

Vrijdag 30 april

's Ochtends vroeg vertrokken uit Ridderkerk en via Antwerpen – Namen – Luxemburg – Metz – Nancy – Dijon – Lyon – Nîmes naar Perpignan (1305 km). Een lange rit met aardig wat oponthoud bij Luxemburg en bij Lyon, maar een goede mogelijkheid om onze nieuwe auto uit te proberen. Dat beviel uitstekend en tamelijk uitgerust kwamen we 's avonds bij het formule 1-hotel dat we hadden besproken aan. Na het betrekken van de kamers konden we gelukkig nog net terecht bij het restaurant aan de overkant, waar we ons het eten goed lieten smaken.
Dat ging er wel in Formule 1 Motel
 

 

Zaterdag 1 mei

Op tijd er uit en op de parkeerplaats konden we gelijk al beginnen met het vogelen. Overvliegende kleine zilverreigers, een wespendief en een zwarte roodstaart konden makkelijk gescoord worden, maar het echte werk moest nog beginnen, dus op richting Spaanse grens. De Pyreneeën kwamen weldra in zicht en de sneeuwbetopte bergen boden zoals je kunt zien een prachtig decor.
    Pyreneeën    

Net na de grensovergang bij La Jonguera over naar de N11, dan linksaf over de GI 602 naar Capmany. Voordeel van het vogelen in Spanje is dat je overal wat leuks tegen kunt komen, dus waar je stopt is veelal niet van belang.
Cirlgorzen in zicht Olijfboomgaard

Onderweg naar Sescebes ontdekten we eerst een aantal cirlgorzen bij een parkeerplaatsje (linkerfoto) en even later bij een olijfboomgaard (rechts) een grote groep van ruim veertig doortrekkende wespendieven.
Via Mollet volgden we de GI 603, die in zuidwestelijke richting overgaat naar de GI 610, die bij Roses eindigt. Onderweg zagen we o.a. roodkopklauwier en de eerste van de vele hoppen die zouden volgen. Eenmaal in Roses namen we de weg naar Cap de Creus (zie foto onder) waar we meerdere vale pijlstormvogels konden spotten en de Audouinsmeeuw een ander hoogtepunt was.

Hans bij Cap de Creus

Daarna via Roses naar de huisjes in Cala Montjoi. De huisjes waren zeer eenvoudig, maar de omgeving mocht er zijn. Om er te komen moest je negen kilometer langs een smalle kustweg met een prachtig uitzicht op de azuurblauwe Middellandse Zee. Cala Montjoi ligt in een baai, rondom ingesloten door de bergen. Douchen in zo'n vogelrijke omgeving is bijna niet te doen. Je staat net er onder of je moet er weer onderuit voor een tweetal steenarenden (foto onder).

Alex ziet steenarenden


 

Zondag 2 mei

Op deze dag gingen we naar Aiguamolls de l' Emporda. We hadden enige moeite om de stad uit te komen vanwege een markt, maar het leverde wel het onderstaande mooie plaatje, geschoten door Dave, van enige huiszwaluwen op. Verder scoorden we ook onze eerste vale gierzwaluwen.

Huiszwaluwen

Aiguamolls de l' Emporda is een natuurpark bestaande uit twee delen, die ten noorden en ten zuiden van Castello d' Empuries zijn gelegen, niet ver van Roses. Het zuidelijk deel bezochten we als eerste. Begonnen werd bij El Cortalet waar een informatiecentrum ligt. Het gebied is goed toegankelijk gemaakt door een rondweg waar meerdere schuilhutten zijn gelegen. Hoogtepunten waren hier Eleonora's valk, griel, purperkoet, Iberische kwikstaart, vorkstaartplevier en meerdere slangenarenden. Hieronder een foto-impressie van het zuidelijk deel. Op de tweede en derde foto na zijn de foto's van Dave van der Spoel.

Aiguamolls de l' Emporda
Aiguamolls de l' Emporda Aiguamolls de l' Emporda
Schildpad
Purperkoet
Nachtegaal Steltkluut

's Middags nog een kort bezoek gebracht aan het noordelijke deel. Dit deel is minder toegankelijk. Het enige pad dat het gebied inleidde naar een hut stond dusdanig onder water dat de hut niet te bereiken was. Toch scoorden we hier nog meerdere ralreigers. Bas probeerde nog even lollig te doen en dat lukte hem aardig, zoals te zien valt op de foto.

Bas Wisse

's Avonds na het eten in Cala Montjoi weer geprobeerd om een nachtzwaluw te spotten en zo waar, het lukte. Heel even liet de vogel zich zien toen hij over onze hoofden heen scheerde. Verder moesten we het doen met het oplichtende oog in het licht van de zaklamp.

 

Maandag 3 mei

Deze dag verlieten we de oostkust en begaven ons richting Andorra en de Pyreneeën. Het bleek nogal een eind rijden te zijn en de gestaag naar beneden vallende regen drukte ons gemiddelde. We reden vanuit Roses via Figueras naar Olot. Vandaar vervolgden we onze weg naar Ripoll om vandaaruit naar het noorden richting Ribes af te buigen. Weldra konden we even de auto uit voor onze eerste vale gieren. Ook een waterspreeuw liet zich op dezelfde plek goed bekijken.
Bij Ribes weer naar het westen afgebogen en een korte stop gemaakt boven op de pas bij La Mollina. Door de regen en de mist was er weinig te beleven en we besloten dan ook direct naar La Seu d'Urgell te rijden om eerst het hotel op te zoeken. Hotel Andria bleek een goede keus. Het was in oude stijl, doch chique ingericht en de kamers waren perfect. Ondanks de regen besloten we toch maar naar Andorra te gaan. Dit bleek achteraf geen verkeerde keuze.

Andorra is een drukke stad, waar op dat moment veel werkzaamheden werden verricht, zodat we ons met moeite door het verkeer worstelden. De beschrijving in onze gids gaf aanvankelijk weinig houvast, maar uiteindelijk hadden we de weg van Canillo naar Ordino gevonden.

Andorra

Onderaan de sneeuwgrens stopten we en konden hier enkele mooie soorten scoren. Het begon met een raadselspecht die we niet op naam konden brengen, maar al gauw volgden tapuit, beflijsters, waterpieper en rode rotslijster. Een overtrekkend groepje trok de aandacht en jawel hoor: alpenheggenmussen, een soort die we in 2002 gemist hadden en voor bijna iedereen nieuw bleek te zijn. Op Roc de Quer, een mooi uitzichtspunt, konden we de alpenheggenmussen erg dicht benaderen, zodat Dave het onderstaande plaatje ervan kon schieten.

Alpenheggenmus

Nog was de koek niet op, want plotseling kwam een lammergier omhoog cirkelen vanuit het dal. Hij draaide een paar mooie rondjes recht voor onze uitkijkpost. Met de sneeuwwitte bergen als achtergrond leverde dit één van de mooiste beelden van de vakantie op. De lange regenachtige dag, die we voor een groot deel rijdend in de auto doorbrachten was daardoor snel vergeten. Nog even op de foto met de zelfontspanner van de Nikon van Dave en daarna terug naar het hotel.

De groep

In het hotel informeerden we naar een goede eetgelegenheid, maar de twee aanbevolen etablissementen bleken niet open te zijn. De Chinees, recht tegenover het hotel was misschien dan niet ieders keus, maar het eten bleek prima. We leerden daar onze eerste woorden Spaans: Cola Ligh en Cola Normal, altijd handig als je dorst krijgt. Voor het naar bed gaan nog even de lijstjes bijwerken en de geschoten plaatjes bekijken.

Even de beelden bekijken


 

Dinsdag 4 mei

Hotel Andria werd deze ochtend opgeschrikt door een groot kabaal. Toen Dave even wilde kijken wat voor weer het was trok hij de dubbele gordijnen inclusief de rails van de muur. Gelukkig werd er niet moeilijk over gedaan en konden we na een goed ontbijt vanuit La Seu d'Urgell zuidelijk richting Monzon. Het was redelijk weer, maar zoals we wel vaker mee zouden maken: de weg was opgebroken. Bij Coll de Nargo werd ons de weg naar Tremp versperd. Dat betekende flink omrijden, maar dat bleek goed uit te pakken.

Toen we net voor Ponts oostwaarts gingen leverde de eerste stop (zie de foto linksonder) al fantastische beelden op: rissen vale gieren zeilden naar onze omgeving af, maar ook slechtvalk en dwergarend lieten zich zien. Twee hoppen schoten voorbij, maar misschien het allermooist waren wel de roodstuitzwaluwen. Diverse exemplaren vlogen rond en leken alleen speciaal voor ons hun rondjes te vliegen.

Onderweg Onderweg

Landschappelijk was de weg van Ponts naar Tremp bijzonder mooi. Heel bijzonder was de steenarend die opdook uit de mist en vlak boven ons op de thermiek zijn weg zocht. Prettige bijkomstigheid van deze omgeving was de rust en het gevoel de weg zo goed als voor je zelf alleen te hebben. Bij de plek die op de rechterfoto hierboven is te zien scoorden we onze eerste aasgieren.

Vlak voor Tremp een lunchpauze ingelast waar we onze 's ochtends ingeslagen lekkernijen opaten terwijl de vale gieren af en aan zweefden.


Vale Gieren spotten Vale Gier

Verder ging het voorbij Tremp richting Benabarre. Op deze weg moest een vuilnisbelt zijn die interessante soorten op kon leveren. Op de aangewezen plek was echter niets meer te vinden. De vuilnisbelt bleek verplaatst, maar de nieuwe plek was snel gevonden door de vele vale gieren en zwarte wouwen die de plaats bezochten. Ook een enkele rode wouw liet zich in het mooie zonlicht uitstekend bekijken.

Zelfs bij een vuilnisbelt kan het landschap zeer fraai zijn. Kijk maar naar onderstaande foto.

Olijfboomgaard

Halverwege de weg van Tremp naar Benabarre leidt een onverharde weg naar de Mont-Rebeikloof. Het is even zoeken, maar dan ligt in "the middle of nowhere" een prachtig meer omringd door bergen. We hebben hier zo'n drie uur doorgebracht, waren alleen met onze eigen groep, spotten nog een paar steenarenden en scoorden zowaar ook een overvliegende visarend.

De beelden hieronder spreken verder voor zichzelf.

Mont Rebeikloof

Impressies van Hans hierboven, onder de bijdragen van Dave.

Pijpbloemvlinder Beervlinder Steenarenden te zien
Pijpbloemvlinder
Beervlinder
Steenarenden!!!

Na het bezoek aan de Mont-Rebeikloof gingen we richting hotel Vianetta in Monzon. Omdat het al aardig laat begon te worden was de afspraak dat we onderweg niet meer zouden stoppen. Toen Alex, die het de hele week over een scharrelaar heeft gehad, dan ook wat "erg blauws" in een boom zag reden we - tot zijn grote teleurstelling - gewoon door. We zullen dus nooit weten wat we hebben gemist.

We arriveerden vroeg in de avond in het hotel, dat we al gauw gevonden hadden. 's Avonds dineerden we in het hotel. We hebben - tot ergernis van enige andere gasten waarschijnlijk- vreselijk gelachen. Het eten was voortreffelijk of niet om te vre..., dit al naar gelang van ieders persoonlijke voorkeur. De andere dag wachtte de Monegros op ons bezoek.


 

Woensdag 5 mei

Deze dag hadden we gereserveerd voor een bezoek aan de Monegros, een steppe-achtig gebied, dat niet ver van Monzon lag. We weten nu wat een "Continental Breakfast" betekent: een croissant, een jus d' orange en een kop koffie. Dit "alles" geserveerd door een uiterst norse neuroot in het café van het hotel. Gelukkig moesten we nog tanken en bij het tankstation hebben we dan nog het een en ander ingeslagen voor onderweg.

Binnen een half uurtje rijden bereikten we de buitenrand van de Monegros. We zouden hetzelfde gebied als in 2002 aandoen: de driehoek Ontinena - Candasnos - Ballobar. Direct toen we de A2214 bij Ontinena opreden scoorden we de eerste soorten, waaronder een paartje blonde tapuiten. Daarna kwamen we op een hoogvlakte waar we in 2002 nog kleine torenvalken zagen op de schuur die hieronder op de foto van Dave is te zien.

Monegros

De reeds verwachte kalanderleeuwerikken lieten zich niet onbetuigd en ook de korteenleeuwerik konden de meesten snel op het lijstje bijschrijven. Een kwartel liet zich wel horen, maar liet zich niet zien. De zware soorten zouden weldra opduiken. Eerst scoorden sommigen het witbuikzandhoen, een soort die later op de dag nog een herkansing bood voor hen die de soort 's ochtends misten.

Monegros Monegros Monegros

Tijdens de koffiestop liepen enkelen alvast een onverharde weg op, die uitzicht op een lager deel bood. Een kleine trap liet zich opschrikken en vloog langs de verbijsterde waarnemers. Enkele koffieleuten misten deze soort, want het beest verdween even snel uit zicht als hij gekomen was.
Een grauwe kiekendief trok de aandacht. In zijn nabijheid vlogen meerdere torenvalken en bij nader inzien bleken de verdachte valken tot de kleine soort te behoren. Het enthousiasme steeg ten top toen tenslotte ook nog een kuifkoekoek voor de lenzen verscheen. Duinpieper, bijeneter, graszanger, alpengierzwaluw en rode patrijs werden moeiteloos bijgeschreven en de dag kon eigenlijk al niet meer stuk.

Richting Candasnos bleek het gebied ten opzichte van 2002 een gedaanteverandering te hebben ondergaan. Een spoorweg doorsneed het gebied en enkele wegen konden, waarschijnlijk daardoor, niet teruggevonden worden. We besloten dus richting Ballobar te rijden. Onderweg scoorden we op een vervallen schuur nog een steenuil.

Monegros

Bij de volgende stop begon de een na de ander te struinen door het ruige gebied. Dit leverde van alles op, maar het mooist waren waarschijnlijk de twee kuifkoekoeken. De volgende stop zou volgens het boek goed zijn voor allerlei leeuweriksoorten, maar ook hier had de vooruitgang toegeslagen. Waar een kale vlakte hoorde te zijn wuifde nu het graan in de straffe wind. De borden met het teken van de EU deden meer dan vermoeden dat met Europees geld de landbouw hier een handje geholpen werd, met als gevolg dat het voor vogels minder aantrekkelijk werd.
Het gebiedje dat we als alternatief bezochten leek niet veel belovend maar leverde toch een brilgrasmus en een paar zwartbuikzandhoenders op. Dave vond hier nog een veer van een scharrelaar. Tot groot verdriet van Alex werd de vogel zelf niet ontdekt.
Ballobar Monzon

Laat in de middag kwamen we bij de rotswand bij Ballobar aan. De wand leverde deze maal niet veel op, het gebied ernaast met de Rio Cinca als nat middelpunt destemeer. Hier scoorden we als voorafje o.a. purperreiger, ooievaar, nachtegaal, bijeneter. Het hoofdmenu was met soorten als grote karekiet, orpheusgrasmus, buidelmees en klapekster niet te versmaden. Met de zwarte ooievaar als toetje werd een geslaagde dag afgesloten. Hotel Vianetta moest ons deze keer bij het diner ontberen. Voor de tweede keer bezochten we voor het avondeten een Chinees restaurant. Wederom geen slechte keus, want nu had een ieder lekker gegeten.
 

 

Donderdag 6 mei

Dit zou alweer de laatste dag in Spanje worden. Om zeven uur stipt stonden we weer paraat voor ons "Continental Breakfast" en om half acht vertrokken we uit Monzon. Op verzoek van enkelen lieten we het Nationale Park Ordesa in het noorden liggen en gingen westwaarts naar Los Mallos de Riglos in de hoop hier de zwarte tapuit en wellicht een blauwe rotslijster te scoren.

Via Barbastro reden we naar Huesca. Daarna over de A132 richting Ayerbe. Plotseling zagen we een aantal gieren op de grond zitten. We konden redelijk dichtbij komen en wat plaatjes schieten.

Vale gieren

Het was helder weer, maar wel flink koud. Vlak na Ayerbe buigt een weg naar rechts af richting Riglos. De steile rotsen boven het pittoreske plaatsje bieden een adembenemend gezicht en trekt niet alleen gieren, maar ook bergbeklimmers aan.
Hieronder een impressie van deze omgeving.

Los Mallos de Riglos Los Mallos de Riglos Detail van een deur

Bij het binnenkomen van het dorp werden we direct verrast door een blauwe rotslijster die zich schitterend liet bekijken. Er bleken meerdere exemplaren te zitten die zich af en toe goed lieten "platen". Onderstaande foto van Dave van der Spoel leverde een van de mooiste plaatjes van de reis op.

Blauwe rotslijster

De zwarte tapuit liet zich echter niet zien. Nadat een ieder op zijn eigen wijze van de omgeving had genoten vertrokken we weer vanuit Riglos. We wilden naar het noorden naar La Pena, maar omdat de weg bij Murillo versperd was moesten we terug naar Huesca. Van daaruit naar het noorden en na zo'n 20 km westwaarts bij Arquis. We zagen op de kaart dat we via Buenté de Rasal en Rasal toch La Pena konden bereiken. Dit alles weliswaar na een omweg van 70 km. Het door ons uitgekozen dal bleek zo goed als onbewoond te zijn en de paar dorpen die we tegenkwamen waren niet meer dan een verzameling boerderijen en de onvermijdelijke kerk.

Rasal

Omdat de weg voor een groot deel ook nog onverhard was schoten we voor geen meter op. Schrale troost: we stuitten wel op een gierenvoederplaats met tegen de honderd vale gieren en een enkele aasgier. De foto helemaal aan het begin van dit verslag geeft daar een indruk van. Met vier schapenkoppen en een tweetal tasjes met gierenveren extra in de auto (Alex bedankt) vervolgden we onze weg.

Uiteindelijk bereikten we na lange tijd La Pena en vervolgden onze weg langs de Rio Gallego richting Jaca. Landschappelijk erg mooi allemaal.

Rio Gallego

Het was inmiddels al halverwege de middag en de rest van de reis verliep niet geheel naar onze wens. We wilden bij de 1769 m hoge Oroel nog proberen citroenkanaries te ontdekken. De Oroel was nog gedeeltelijk met sneeuw bedekt en het begon, net als in 2002, flink te regenen. Er was geen vogel te bekennen, misschien wel als gevolg van een legeroefening, want de ene na de andere groep militairen dook op uit het bos. Verder ging het richting Col de Somport en Frankrijk. Voor we het wisten reden we door een tunnel waarvan we het bestaan niet wisten en zaten in no-time in Frankrijk. Terugrijden naar de Col zag niet iedereen meer zitten en zo werd het een beetje een anticlimax. De Wet van Murphy deed zijn intrede, het ene na het andere hotel zat vol en 's avonds slaagden we er pas om 11 uur in een slaapplaats te vinden.
 

 

Vrijdag 7 mei

Vandaag via Lomoges - Parijs - Lille - Antwerpen terug naar huis. Aanvankelijk verliep de reis voorspoedig, maar bij Parijs en in België wilde zowel het weer als het verkeer niet meewerken en zorgden voor stevig oponthoud. Halverwege de avond kwamen we aan in Ridderkerk met een schat aan ervaringen rijker. We zagen met z'n allen ruim 160 soorten vogels. Het weer was beter dan in 2002, maar toch nog wisselvallig. We hadden net als in 2002 bijna 4000 km gereden. De keuze die we maakten voor twee dagen kust en vier dagen binnenland zorgden voor een hoog aantal soorten, maar zorgden wel voor verplaatsingen over grote afstanden. Door het bergachtige terrein bereikt men slechts een laag uurgemiddelde, dus haast moet je niet hebben.
 

Hieronder, om het verhaal nog even in sfeer af te sluiten, nog een algehele impressie van de reis d.m.v. foto 's.

Spanje 2004

Terug naar de homepage