Camargue
28 april - 6 mei 2003
Camping
La Petite Camargue |
Aigues Mortes |
|
|
Maandag 28 april
Om 4.10 uur in de ochtend vetrokken we uit Ridderkerk. Kennelijk
niet uitgeslapen reden we direct verkeerd. We reden richting Gorinchem
in plaats van Dordrecht. Dan maar via Papendrecht naar de A16.
Vervolgens namen we de afslag Antwerpen(haven) wat ook al niet
volgens de routeplanner was. Omdat we geen kaart van België
hadden, moesten we vanaf dat moment improviseren, dus namen we
de route via Luik naar Luxemburg, wat ook een omweg bleek te zijn.
Voor de rest gingen we best georganiseerd op vakantie.
Het was wel rustig op de weg en dat bleef zo. Ook in Frankrijk,
waar we wel volgens schema via Metz-Nancy-Dijon-Lyon-Nîmes
ongeveer om kwart voor vijf in Aigues-Mortes belanden, was het
erg rustig. Voor de kruideniers onder ons: we waren € 41,30
kwijt aan tol, maar daarvoor kregen we uitstekende wegen.
We hadden een stacaravan gereserveerd op camping La Petite Camargue.
Na wat kleinigheden, zoals een defecte lamp, twee losse deurkrukken
en een droogrek met gebruiksaanwijzing kregen we het al snel naar
ons zin. De campingwinkel bleek goed geoutilleerd, er was een
bakker en naast twee tennisvelden waren er ook tafeltennistafels.
We aten goulash met gebakken aardappelschijfjes en een danone-toetje
na. Best lekker allemaal.
Na het eten gingen Erik en Caroline tafeltennissen. Het spel
“Rond-De-Tafel” bleek ook hier populair. Erik bleef
zelfs tot lang na het invallen van het donker spelen. |
|
|
Dinsdag 29 april
Om acht uur direct croissants, een stokbrood en een brood gehaald.
Eitjes erbij en om negen uur een heerlijk ontbijt klaar gemaakt.
Het was bewolkt weer, maar de temperatuur was goed.
Omdat het geen weer was om te zonnen, besloten we de omgeving te
gaan verkennen. We reden naar Aigues Mortes, de dichtstbijzijnde
plaats. Aigues Mortes is een goed bewaard gebleven vestingstadje
uit de 13e eeuw. De stad werd gebouwd in opdracht van Lodewijk
de IX de Heilige, die een havenstad wilde hebben om vandaar op
kruistocht te kunnen gaan. Het stadje ligt nu door aanslibbing
verder van zee.
Onderweg naar het stadje kruiste een hop ons pad en ging goed zichtbaar in een boom naast de auto zitten.
Hij bleef net niet lang genoeg zitten voor een foto. Op de parkeerplaats
buiten de stad scoorde ik een zingende graszanger.
We bekeken eerst de kleurrijke nauwe straatjes en kochten daarna
kaartjes om de Tour de Constance en de stadswallen te bekijken.
Het bolwerk Tour de Constance is gebouwd tussen 1240 en 1249 en
deed later dienst als vuurtoren en gevangenis. Na het herroepen
van het Edict van Nantes werden er vooral protestantse vrouwen
opgesloten.
De stadswallen met de vele bolwerken, die dienden als verdedigingswerk,
zijn nog helemaal intact en ruim 1600m lang. De zon scheen inmiddels
waterig en het was heerlijk weer om te wandelen. |
|
|
|
|
Tour de Constance |
Uitzicht vanaf de stadswallen |
Uitzicht vanaf de Tour
de Constance |
|
|
|
Potterie |
Canal du Rhône
à Sète |
Droogbloemen |
Terug op de camping soep gemaakt en brood gegeten. Daarna ben
ik met Erik en Caroline gaan zwemmen. Het water was 17 graden
koud, dus de waterpret was van korte duur. Erik en Caroline gingen
tennissen, Gina deed een dutje en ik ging vogels kijken in de
omgeving. Hoewel het terrein voor mij onbekend was en de doorgaande
wegen erg druk zag ik toch aardig wat leuke soorten: bijeneter, grauwe gors, koereiger, kleine zilverreiger, hop, gekraagde
roodstaart, geelpootmeeuw, zwartkopmeeuw, stelkluut en zwarte
wouw.
’s Avonds nasi gegeten en daarna deden we een potje hartenjagen.
Rare naam eigenlijk, want je moet juist zo min mogelijk harten
zien te krijgen, dus hartenvèrjagen zou beter zijn geweest. |
|
|
Woensdag 30 april – Koninginnedag
Van Koniginnedag was hier niets te merken, maar de dag begon goed.
Op weg naar de bakker scoorde ik een kuifkoekoek op het park. Een nieuwe soort voor me. Het waaide hard en het
was zwaar bewolkt, dus we besloten richting Saintes-Maries-de-la-Mer
te rijden en een bezoek te brengen aan een vogelpark.
We namen de D58 naar Sylvéréal en vandaar de D85.
De laatste was een rustige weg langs rijstvelden, waar overigens
nog lang geen rijst te zien was. We voeren (gratis) met een pontje
over en kwamen via de D38 in Saintes-Maries-de-la-Mer, het dorp
van de Gitans, de zigeuners, die we helemaal niet gezien hebben.
We hebben eerst even bij zee gekeken. Er stonden door de harde
wind hoge golven en we werden bijna gezandstraald. Het was toch
erg leuk. We zagen hier veel flamingo’s en een lachstern. |
|
|
|
Parc Ornithologique |
Langs de D85A |
Flamingo |
|
|
|
Daarna over de D85A door het westen van de Camargue. Vanaf de
weg waren veel flamingo’s te zien en ook aardig wat andere vogels. Via de D570 reden we
naar het Parc Ornithologique. In kooien waren hier de vogels te
bewonderen die de Camargue huisvest. Verder waren er tal van
vogels te zien die de omgeving van het park als verblijfplaats
hadden gekozen. Wanneer ze geen ring om hadden dan zijn ze meegeteld
voor de soortenlijst.
Rond 14.00 uur weer terug naar Aigues Mortes, waar we even langs
de Intermarché gingen. Een prachtige zaak waar ze tegen
schappelijke prijzen van alles en nog wat te koop aanbieden. Na
het eten zijn Erik, Caroline en ik gaan tennissen en Gina deed
(alweer) een dutje. Erik slaat al een aardig balletje, dus ik
moest alles uit de kast halen om niet te verliezen. Na het avondeten –
kip tandori- gingen Erik en ik nog even naast de camping
kijken of de bijeneters misschien nog aanwezig waren. Die waren er dus niet, maar
wel een prachtig rondvliegende ransuil en een rode wouw.
De zon ging in
prachtige kleuren onder |
|
|
Donderdag 1 mei 2003
Op tijd op om van 7.30-9.15 uur vogels te kijken rond de camping.
Geen grote aantallen, maar wel leuke soorten: paapje, hop (2), sperwer (3), koereiger, flamingo, kleine
zilverreiger, boomleeuwerik, steltkluut en een
groep van ± 12 bijeneters.
Na het eten besloten we (na een eerlijke stemming) naar Arlès
te gaan. Niet zo’n goed idee achteraf, want het was 1 mei
en dus een feestdag voor de Fransen, wat veel drukte gaf. We zijn
de stad dan ook niet in geweest, maar hebben bij MacDonald wat
gedronken. De kopjes espresso waren wel bijzonder klein, maar
we hadden wat binnen. Direct terug naar de camping want het weer
werd goed.
Bij de camping aangekomen zijn we naar het zwembad gegaan. Gina
organiseerde op de haar vertrouwde wijze een stoel en wij namen
plaats op de grond. Later kregen we een stoel. Met 17º was
het water nog steeds erg koud, dus besloten we, na ons even warm
gelezen te hebben, te gaan tafeltennissen. Daarna gingen we zonder
tafel verder – we gingen dus tennissen! Laat in de middag
verdween de zon en gingen we terug naar de caravan.
Na het eten – teriyaki – gingen Gina en ik nog een
wandeling maken rond de camping. Het was heerlijk weer ervoor,
maar de muggen vlogen ook af en aan. Irritant, maar wel uit te
houden. De wederom rondvliegende ransuil maakte veel goed. ’s Avonds heeft Caroline een film gekeken
en wij wat gelezen en allerlei informatie nagekeken.
Op de foto's hieronder enkele indrukken van de dag. |
|
|
|
Argusvlinder |
Hoe klein het kopje
was |
Lekker luieren bij het
zwembad |
|
|
|
|
Vrijdag 2 mei
Volgens het bord van Vacancesoleil zou het een bewolkte dag met
regenbuien worden. We besloten naar de oostzijde van de Camargue
te rijden en daar fietsen te huren om naar de Digue a la Mer te
gaan om de flamingo’s te bekijken. We vertrokken om 11.00
uur.
We reden van Aigues Mortes naar Albaron aan de D570 waar we de
afslag namen naar Salin de Giraud. Naast de D37 die van west naar
oost loopt aan de noordzijde van het Etang de Vaccarès
ligt net vóór de afslag naar Mas d’Agon een
bordes vanwaar men een mooi uitzicht heeft over het gebied. Deze
plek was goed voor stelkluut, zomertaling, bosruiter, purperreiger en
verschillende zwaluwen, waaronder oeverzwaluwen.
Linksaf ligt Mas d’Agon. Even voorbij deze boerderij heeft
men uitzicht over het Marais de la Grand Mar. Hier werd het “zwaarste
van het zwaarste” gescoord: vorkstaartplevier,
veel witwangsterns, roerdomp, bruine
kiekendief, boomvalk en twee ralreigers,
die zich mooi van dichtbij lieten bekijken, terwijl ze de ene
lekkernij na de andere uit het moeras visten. Ook heel leuk waren
de boomkikkertjes, die zich prachtig lieten fotograferen.
We vervolgden onze weg over de D37 naar Villeneuve. Hier rechts
af en verder zuidwaarts langs de oostzijde van het Etang de Vaccarès.
Bij Mas St. Bertrand fietsen gehuurd en naar de Digue a la Mer
gefietst. Mooi ritje met veel nachtegalen en Cetti’s zangers en een aantal bijeneters.
Op weg naar de flamingo’s die broeden in het Etang de Fangassier kwamen we duizenden muggen
tegen, zodat we nauwelijks durfden te praten om geen vlees binnen
te krijgen (ook wel eens rustig natuurlijk).
Van het opgegeven bewolkte weer en de regen was weinig te merken
– alles was ’s nachts gevallen gelukkig - en op de
Digue was het benauwd warm. Nadat we in de zinderde lucht als een soort fata morgana de grote groep flamingo’s gezien hadden,
keerden we weer om. Caroline ontdekte nog een nieuwe soort voor
deze reis: de kwak. |
|
|
|
Zuideuropese boomkikker
(klik erop voor een grotere foto) |
Fietsen op de Digue
à la Mer |
In de tuin bij Mas St.
Bertrand |
|
Ongeveer om 15.00 uur arriveerden we bij Mas St. Bertrand, aten
en dronken wat in de gezellige tuin en keerden huiswaarts bij
een temperatuur van 23.5º. Bij Aigues Mortes nog even getankt
en geshopt bij de Intermarché en toen terug naar de camping.
De tennisbaan was helaas bezet, maar na de biefstuk tartaar met
gebakken aardappelen en de spercieboontjes (uit blik) en het verrukkelijke
toetje hadden we meer geluk. Even lekker een balletje geslagen
en daarna ons vermaakt in de caravan. |
|
|
Zaterdag 3 mei
Vroeg op, want ik zou deze dag/ochtend gaan vogelen, terwijl de
anderen uitsliepen en zich later op het park zouden gaan vermaken.
Om 6.15 door de slagboom en op weg naar de Camargue. Het was rustig
onderweg en dat bleef zo tot laat in de ochtend. Ik ging dezelfde
gebieden bekijken als gisteren. Vlak voor Mas ‘d Agon gaf
een paartje boomvalken een prachtige show. Bij de uitkijkpost op de D37 Cetti’s
zanger, nachtegaal, bosruiter, kemphaan, steltkluut en regenwulp. Net voorbij Mas ‘d Agon weer
veel witwangsterns,
7 ralreigers en
een purperreiger.
Natuurlijk ontbrak ook de kleine
zilverreiger niet. Tevens vloog een kwak op uit het riet.
Verderop langs de D37 weer een kwak in een plas aan de kant. Bij Mas de Fiélouse aan de D36B
linksaf een zijweg in naar het Marais de Grenouillet. Hier witwangstern, lachstern, zwarte
stern en slobeend. |
|
|
|
Uitkijkpunt bij Mas
d'Agon met steltkluut |
Flamingo's bij Etang
Fangassier |
Velden bij Mas d'Agon
met ralreiger |
|
|
|
Terug naar de D36B en richting Digue a la Mer. Nu waren er wel
de grote groepen steltlopers die ik gisteren al verwachtte. Tientallen kleine en bonte
strandlopers en veel bontbek-
en strandplevieren.
Ook een groepje krombekstrandlopers.
De flamingo’s vlogen af en aan en een aantal liet zich mooi fotograferen. Nog
een leuke waarneming was die van een roodstuitzwaluw.
Op de heen en terugweg langs de D36B meerdere bijeneters gezien,
maar door de harde wind was het niet mogelijk een foto te nemen.
Het arsenaal roofvogels was beperkt. Zwarte
wouwen waren het meest vertegenwoordigd, naast buizerd, bruine
kiekendief en torenvalk.
Om 12.00 uur terug op de camping, waar ik Gina en Caroline tegenkwam,
die net op weg waren naar het zwembad. De middag doorgebracht
met zwemmen, tennissen en lezen bij een temperatuur van om en
nabij de 25º. Goed uit te houden dus.
Na het eten – pasta met een saus en een overheerlijk toetje
(paturette) – gingen Gina en Caroline tennissen. Erik ging
lezen en ik maakte dit verslag. Daarna nog even op de tennisbaan
wezen kijken. De twee dames vermaakten zich prima met het edele
tennisspel, maar de vele honderden toeschouwers (muggen!) waren
voor hen iets te opdringerig, zodat ze na een tijdje de pijp aan
Maarten gaven. De andere dag bleek dat hun kostbaar bloed langs
meerdere, zo niet vele wegen in de muggenmagen terecht was gekomen,
gezien het bobbelig oppervlak van armen en benen. Gek genoeg heeft
Erik niet eenmaal een steek opgelopen deze vakantie. |
|
|
Zondag 4 mei
Weer vroeg op. Erik en ik gingen om 6.45 uur richting de Crau.
De Crau is een steenvlakte waar ooit de rivier de Durance
zijn bedding had, voor hij zijn huidige loop innam. De vele
stenen die de rivier heeft afgezet zorgen nu voor een droge,
stenige vlakte met lage vegetatie. Een deel van de Crau is
ontgonnen en is nu in gebruik als landbouwgebied.
|
|
We reden naar Arlès
en vandaar riching Salon au Provence. Na enkele kilometers
namen we de D38d in zuidelijke richting. De eerste stop om
een foto te maken van enkele koereigers
leverde gelijk twee nieuwe soorten voor de tellijst op: twee
grielen zaten
in het gras tussen de koeien en een groene
specht liet zich horen en zien in de bosjes
rondom het weiland.
De volgende stop leverde weer twee mooie soorten op: een
rode patrijs zat prominent op een schoorsteen
van een schuur en een scharrelaar
vloog heen en weer tussen de bomen van een laantje naast een
boerderij. |
|
We vervolgden de
stille weg, die slechts af en toe aan een boerderij voorbijging.
We scoorden nog zwarte wouw,
roodborsttapuit,
buizerd, torenvalk
en nog twee nieuwe voor de lijst: staartmees
en roodborst.
De weg werd slechter en bij Beauchamps aangekomen reden we
nog steeds tussen de bosschages. We hadden nog steeds de Crauvlakte
niet bereikt en de weg werd vanaf daar nog veel slechter zodat
we besloten om te keren. We keken nog wat rond en plotseling
verscheen een kuifkoekoek
in de kijker, de tweede voor deze vakantie. De sperwer
die plotseling uit de bomen dook verjoeg hem even snel als
hij gekomen was. |
|
We reden terug,
namen de D24 in oostelijke richting en staken de N568 over
naar het Etang des Aulnes. Het meer bood slechts onderdak
aan twee geelpootmeeuwen,
maar de tweede scharrelaar
van deze dag zat net boven ons op een draad. De weg langs
het Etang in zuidelijke richting bracht ons al heel snel naar
het reservaat op de Crauvlakte. De lucht trilde in de ochtendwarmte,
zodat we de telescoop niet optimaal konden benutten. De vlakte
leek leeg, maar na enige tijd speuren kwamen er toch allerlei
vogels voor de lens: putter,
gele kwikstaart,
zwarte wouw,
veldleeuwerik
en weer drie nieuwe voor de lijst en zeker niet de minste:
kleine trap,
(een drietal dat af en toe door het kijkerbeeld vloog), kortteenleeuwerik
en dwergarend. |
|
Erik ontdekte
nog een grote groep vogels boven de bomen. Het bleken een
dertigtal zwarte wouwen
te zijn. De aanwezigheid van een vuilnisbelt in de buurt
zal mede debet aan hun aanwezigheid zijn geweest. Andere
exemplaren van deze soort vlogen regelmatig pal over ons,
zodat we deze soort wel konden dromen. De teller stond inmiddels
op 106 soorten,
wat tot tevredenheid stemde. De meeste “zware”
soorten hadden we gescoord, alleen de zangvogels waren ondervertegenwoordigd.
Hieraan is minder aandacht besteed – we hebben veel
met de auto heen en weer gereden - en er zullen zeker soorten
gemist zijn doordat de zang mij onbekend was. Soorten die
niet met zekerheid vastgesteld werden en dus ook niet meegeteld,
waren o.a.: roodpootvalk
en slangenarend. |
|
Om 11.00 uur besloten
we weer naar de camping terug te gaan. We vonden nog wel een
slangetje, dat we fotografeerden. De soort zouden we later
wel op zoeken. Om 12.00 uur terug op de camping, waar we Gina
en Caroline aan het zwembad troffen. De rest van de middag
luierden we met z’n allen lekker in de zon, zwommen
wat, speelden een potje tennis en lazen we een boek. Het
avondeten bestond uit rijst met vissticks en kerriesaus met
flan, mij nog bekend uit Spanje, als toetje na. Het smaakte
als immer voortreffelijk. Na het eten een potje 31-en gedaan
en verder gelezen. |
|
Klik op de foto 's voor een groter exemplaar
|
|
Maandag 5 mei
De laatste dag in de Camargue alweer. ’s Ochtends nog even
rond de camping wezen kijken. Geen schokkende dingen, maar zoals
reeds daarvoor: koereiger, kleine zilverreiger, roodborsttapuit, graszanger, boomleeuwerik, bijeneter, steltkluut, buizerd en gele
kwikstaart om er een paar te noemen. De enige
soort die ik nog niet eerder rond de camping had gezien was de rode patrijs. Tot
viermaal toe verschenen één of twee vogels in de
kijker. |
|
|
|
De campingmanege |
Waar wachten ze op? |
Lekker in de wei |
Om half twaalf gingen we naar het strand in La Grau du Roi. Het
duurde even voor we de juiste route naar het strand hadden gevonden,
maar uiteindelijk konden we de auto gratis (ja, we zijn zunig)
direct achter het strand parkeren. Bij onze eerste poging het
strand te bereiken moesten we € 4,50 neertellen om door te
mogen rijden, terwijl we niet eens zicht hadden op wat voor soort
strand we terecht zouden komen. Dat deden we dus niet!
De temperatuur was heerlijk, maar er stond een enorme wind, zodat
we een beetje gezandstraald werden. Behalve ikzelf probeerden
de anderen de Middellandse Zee met hun voeten uit. De temperatuur
viel mee, volgens zeggen. Na wat op het strand gedold te hebben
keerden we terug naar de camping. |
|
|
|
|
Aan de Middellandse Zee
stond een stevige wind,
maar op de camping was
het heerlijk!
|
|
De rest van de middag weer bij het zwembad gezeten en getennist.
Om half zes boodschappen gedaan voor het avondeten en de terugreis
bij de Intermarché. Ook boodschappen doen kan nog een soort
opleveren zoals bleek, want voor de supermarkt zat een witte
kwikstaart.
Zo bleef de teller uiteindelijk op 107 soorten
staan. De biefstuk met gebakken aardappelen, bonen en appelmoes
kon bij een restaurant niet beter smaken en het toetje –
wederom paturette – was al even lekker.
’s Avonds vast het een en ander ingepakt en op tijd naar
bed. Helaas kon ik slecht de slaap vatten zodat ik om half één
weer achter de computer zat. |
|
|
Dinsdag 6 mei
De vakantie zat er zo goed als op. Na de oplevering van de schoonmaak
gingen we tegen tien uur de camping af richting huis. De terugreis
verliep voorspoedig. Via Nîmes, Lyon, Dijon, Nancy en Metz
bereikten we Luxemburg tegen zeven uur ’s avonds. In de
Belgische Ardennen gingen het weer en mijn humeur - het laatste
door de honger - achteruit en besloten we een snelle hap te eten.
Dat snel bleek rekbaar, want we waren door de minder vlotte bediening
een uur kwijt. De laatste etappe deden we in één
keer en tegen kwart voor elf ’s avonds waren we weer thuis.
Het was een heerlijke vakantie geweest. Het was gezellig (even
geen TV, wat is dat eigenlijk lekker!), de stacaravan was naar
onze zin, de camping beviel uitstekend, het zwembad was lekker
en de omgeving mooi. Ik heb aardig wat mooie soorten gezien, waaronder
enkele nieuwe.
Er was eigenlijk maar één maar………die
rotmuggen! Zelfs nu ik het verslag thuis af zit te maken heb ik
nog steeds last van de naweeën van deze kleine hinderlijke
kwelgeesten.
Desondanks: de Camargue is zeker een aanrader, wanneer je de
muggen op de koop toe neemt! Van zigeuners en dieven, waarvoor
ze ons van tevoren hadden gewaarschuwd, hebben we niets gemerkt.
Wel hebben we steeds goed op onze spullen gelet, wat wel eens
manische vormen aannam. Maar ja, je wilt ze niet kwijt hè?
Begin mei bleek een rustige tijd met aangenaam weer. Buiten de
doorgaande wegen was het heerlijk stil en het landschap wijds
en mooi. |
|
|
Home
|
|
|