Corsica

Na het ontbijt gaan we op stap. We rijden eerst naar Prunelli di Fiumorbo, een naam om over te struikelen. Sytse vond het meer een plaats waar je nog niet dood gevonden wilde worden, maar het uitzicht was - net als het weer - prachtig.

Het foeilelijke kerkje van Prunelli wordt gerestaureerd en steekt grauw af tegen de felblauwe lucht. Wij wandelen wat rond en strijken neer op het enige terras dat Prunelli rijk is. De cappucchino en de icetea zijn er best, dus ons hoor je niet klagen.

We vervolgen onze weg en komen langs Ajola, Poggio-di-Nazza en Lugo-di-Nazza. Het woord gehucht is nog te veel eer voor deze negorijen, maar deze niet veel bezochte streek herbergde wel de mensen die in diverse oorlogen weerstand boden aan de overheersers en veelal met succes. Dus verder niets dan goeds.

De bermen herbergen mooie bloemen en ook rustende koteletjes; een waar eldorado voor Midas Wolf. Een wespennest in de open lucht is spreekwoordelijk voor de streek om eerder vermelde redenen.

In de buurt van Ghisoni zien we al mensen een bad nemen in de rivier met de onuitsprekelijke naam: U Fiumorbu. Wij rijden door naar Ghisoni waar we iets eten bij één van de plaatselijke restaurants. Het is inmiddels behoorlijk bewolkt geworden en het gaat regenen. We besluiten toch de auto ergens te parkeren en de rivier op te zoeken.

We dalen af naar de rivier onder een bewolkte hemel. Sytse en Caroline hebben de meeste lef, maar ook zij aarzelen om het water in te stappen. Wij genieten vooral van het natuurschoon.

We maken wat foto 's en vertrekken dan weer richting Ghisonaccia, waar we nog wat lezen in de tuin, die druk bezocht wordt door vlinders en gaan 's avonds eten in Ghisonaccia.